Over de biologische voorjaarsbollen
Voorjaarsbollen zijn een van de eerste gewassen die bloeien in het voorjaar, en behalve dat ze vroeg kleur geven aan je tuin, zijn het ook belangrijke bronnen van voedsel voor de bijen. Deze vliegen steeds vroeger uit, omdat het het steeds eerder warm wordt tegenwoordig. Ze zijn daardoor voor voedsel steeds meer afhankelijk van vroege bloeiers. Voor ons een belangrijke reden om voorjaarsbollen in ons assortiment op te nemen. De vroegste soorten bloeien al in februari, in maart en april volgen de narcissen, in april en mei de tulpen en in mei en juni de alliums. Plant de voorjaarsbollen dit najaar, voordat het gaat vriezen, en dan kun jij genieten van een echte lentetuin in 2025. Onze bloembollen komen van Bloemoloog, en zijn SKAL-gecertificeerd en dus gegarandeerd gifvrij gekweekt. Op elk zakje met bollen staat hoe diep je ze moet planten en hoe ver uit elkaar.
Bollenpakket 'Bijzonder mooi'
Deze bollen kozen we omdat ze allemaal mooi én apart zijn. Je ziet ze niet zo vaak en zijn echte eyecatchers in je tuin in het vroege voorjaar die ook nog eens voedsel aan insecten bieden. Je kunt ze allemaal in de grond laten om te verwilderen.
1 x Allium Schubertii
3 x Camassia leichtlinii 'Caerulea'
10 x Narcis poeticus 'Recurvus'
5 x Leucojum aestivum 'Gravetye Giant'
1 x Fritillaria persica
Planten en verzorgen
Alle bollen in deze pakketten kunnen in de grond blijven zitten, en komen dan de volgende jaren weer terug, soms zelfs met meer dan waar je mee bent begonnen, maar dat verwilderen begint meestal pas na 2-3 jaar. Bollen houden van losse, voedingsrijke grond. Het is dus belamgrijk je tuin ieder jaar van een laagje compost te voorzien. Op de zandgrond zijn
kleimineralen een nuttige toevoeging.
Voor een natuurlijke uitstraling kun je de bollen door elkaar in een bak doen en mengen, en vervolgens rondstrooien als pepernoten. Plant ze waar ze neerkomen. Plantdiepte is 3 tot 4 x de diameter van de bol, (en minimaal 5 cm en maximaal 12 cm diep). Bollen combineren vaak heel mooi met vaste planten, zeker de wat later bloeiende bollen. Zo tussen het tere nieuwe groen, of bij de vroege bloeiers zoals judaspenning (Lunaria) en Kaukasisch Vergeet-me-nietje (Brunnera). Laat het loof na de bloei eerst helemaal afsterven voordat je het verwijdert. Vind je dat niet mooi staan, duw het dan plat, zodat het tussen het opkomende groen van de vaste planten wordt verborgen. De grote bollen zoals de alliums vermeerderen met kleine bollen aan de oorspronkelijke bol, dus die kun je eventueel uitgraven, van elkaar halen, laten drogen en dan meer verspreid opnieuw planten in het najaar.
